Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, als zij aan de tafel zaten, dat het woord des HEEREN [26]geschiedde tot den [27]profeet, die [28]hem [29]had doen wederkeren; 26. Te weten, inwendiglijk door openbaring aan zijn gemoed. 27. Versta, den ouden profeet, die te Beth-el woonde. En men kan hieruit afnemen, dat God dezen ook als een profeet gebruikte. 28. Te weten, de profeet van Juda. 29. Namelijk, van de plaats, waar hij hem op den weg gevonden had, tot de stad Beth-el.